‘We maken er in de gegeven omstandigheden het beste van.’ – ‘Er zijn ergere zaken.’ – ‘We doen wat van ons verwacht wordt.’ – Men went aan alles.’ – ‘We houden ons sterk.’ Vanop de afstand die we bewaren gonst het van dit soort rationaliserende gemeenplaatsen. Daarnaast heeft zich een mondiale newspeak en woordenschat ontwikkeld waarin de meest ordinaire vindsels. Ik krijg ze niet uitgesproken, nog minder geschreven. In onze vals positief ingestelde samenleving worden we geacht te blijven lachen. Met deze maal een economische tunnel waaraan maar geen einde komt. Wij, oudjes [soms outjes], hebben al wat generaties beleidsmakers zien passeren sinds een eerste minister ‘licht aan het einde’ tot slogan van algemeen belang verhief. Het vooruitzicht had toen nog enige relevantie.
Vandaag lijkt de burger zich haast te vereenzelvigen met de politieke lijzigheid van het ogenblik. Er is groot en gerechtvaardigd protest zonder perspectief. Opeenvolgend ‘nooit meer oorlog’ zonder enig eensgezind plan van aanpak. Het komt en gaat. Volgens wetten van nieuwswaarde. ‘Hoe heet dat meisje uit Zweden ook weer? Even googlen’. We drijven.
[…]
Volledig artikel onder ‘VRIJE MENINGEN’.
Eveneens gepubliceerd in ‘De Wereld Morgen’.